Onderzoeken Westelijk Tuinbouwgebied Haarlem

Het zit in onze natuur, is dat wel goed?

De Stichting Tuin van Haarlem is tegen het gebruik van landbouwgif in het Westelijk Tuinbouwgebied. Zij heeft medewerking verleend aan een onderzoek in hoeverre landbouwgif maar ook dierlijke geneesmiddelen terug te vinden zijn in woonwijken en plantsoenen.
Op drie plaatsen in het gebied, te weten Leendert Meesstraat, Dreesplantsoen en bij Duinvliet is onderzoek gedaan naar sporen van residuen van landbouwgif en dierlijke geneesmiddelen in paardenbloemen. Deze planten zijn een goede indicator voor het opsporen van gebruikte giffen.

paardenbloemen rapport

Wat vooral uit het onderzoek naar voren komt, is dat anti vlo- en luizen banden, vaak gedragen door honden en katten en landbouwgif (gewasbeschermingsmiddel) in de omliggende wijken rondom het Tuinbouwgebied aanwezig zijn. Deze middelen worden tijdens het bestuivingsproces van paardenbloemen overdragen op insecten. 

Hier enkele cijfers uit het rapport.
In Duinvliet is één middel gevonden wat giftig is en afkomstig is uit vlooienbanden. Voor het Willem Dreesplantsoen zijn dat drie middelen en voor de Leendert Meesstraat twee. Dat is vergelijkbaar met andere plantsoenen en honden uitlaatgebieden in Nederland. 
Voor landbouwgif ligt dat echter anders. In de Leendert Meeszstraat zijn er maar liefst 12 landbouwgiffen gevonden. Deze locatie staat in de top twee van onderzochte plekken waar landbouwgif gevonden wordt bij woonwijken. Ook bij het Willem Dreesplantsoen en Duinvliet ontbreken ze niet, maar deze locaties zijn min of meer vergelijkbaar met andere locaties in Nederland

In de Leender Meeszstraat is vooral azoxystrobin gevonden. Een schimmelbestrijdingsmiddel in de sierteelt wat funest is voor ongewervelde dieren. Het is moeilijk afbreekbaar en deze middelen worden door de wind in de woonwijk geblazen. Het is niet direct giftig voor bewoners maar gezond is het zeker niet.

De Stichting vindt dat sier- en tuinbouw teelt (wie vindt het niet mooi) in het gebied moet stoppen met het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Het gebied grenst aan een Natura2000 gebied, het is voor groot deel omgeven met woonhuizen en het is voorbestemd  een natuurgebied te worden. Dit gaat niet samen met bestrijdingsmiddelen die slecht zijn voor natuur en gezondheid.

Het totale rapport bevat 60 pagina’s en is op te vragen bij de Stichting via info@tuinvanhaarlem.nl.
De belangrijkste conclusie van het rapport, gemaakt door Buijs AgroServices zijn:

Bestrijdingsmiddelen afkomstig uit de land- en tuinbouw, die hier o.a. in Haarlem gevonden zijn, dienen verboden te worden. Gebruik bij je huisdieren geen chemische insecticiden, zoals vlooienbanden. Al deze middelen zijn slecht voor gezondheid en milieu en hebben direct invloed op de insectenpopulatie.

Ontwikkeling Westelijk tuinbouwgebied

Presentatie afstudeerproject
Presentatie onderzoek van Lex

In augustus 2019 presenteerde Lex Visser zijn onderzoek ‘De ontwikkeling van een Tuinbouwgebied’ in het kader van zijn studie Landscape and Environment Management aan de hogeschool InHolland te Delft. Door dit onderzoek hopen wij mede een aanzet te geven voor een toekomstig open en groen WTG.Manifest

Het Westelijke Tuinbouwgebied (WTG) staat onder druk. Vandaar dat we samen met de Hoge School een manifest hebben ontwikkeld. Als één van de laatste open en cultuurhistorisch belangrijke gebieden aan de westkant van Haarlem heeft de ruimtelijke kwaliteit te lijden onder toenemende (bedrijfs)-activiteiten. Door het ontbreken van een breed gedragen visie neemt de onzekerheid over de toekomst van het gebied toe.

De Stichting Westelijke Tuinbouwgebied Haarlem (Tuin van Haarlem), die zich al meer dan  20 jaar succesvol inzet voor het behoud van dit gebied, wil een bijdrage leveren  aan de ontwikkeling van dit gebied in de komende jaren (2020-2050) in samenwerking met Hogeschool InHolland is hiermee een begin gemaakt door het opstellen van een manifest, waarin de stichting haar principes heeft verwoord. Verder heeft Hogeschool InHolland onderzocht welke toekomstige ontwikkelingen er mogelijk zijn in het WTG.

Tuin van Haarlem wil met het manifest een eerste stap zetten in de richting van een coherent gebiedsplan waarin haar wensen ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit goed tot hun recht komen.

Inhoud manifest

Manifest behoud door ontwikkeling Westelijk Tuinbouwgebied Haarlem        Strategische principes voor een duurzame gebiedsvisie

  1. De cultuurhistorie en de landschappelijke identiteit van het WTG vormen de inspiratiebron voor de toekomst van het gebied (conform de strategie “behoud door ontwikkeling”).
  2. Ontwikkelingen in het WTG mogen niet ten koste gaan van het areaal groen.
  3. De recreatieve betekenis en het recreatieve gebruik zijn afgestemd op de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied.
  4. In het beheer staan behoud en versterking van de biodiversiteit voorop.
  5. Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan een klimaatbestendige, duurzame en water robuuste inrichting van het gebied.
  6. De vollegrondtuinbouw is een belangrijke identiteitsdrager van het gebied; het behouden van deze vorm van grondgebruik moet gestimuleerd worden.
  7. Langs van de Brouwersvaart kan een stadsnatuurpark worden aangelegd, conform de uitgangspunten van het eerder gemaakte plan van gemeente en de Stichting.
  8. Robuuste visuele relaties (open zones) in oost-west richting moeten behouden blijven; deze zijn kenmerkend voor de gradiënt duin-geestgrond-polder.

Onderzoeksvraag

Hoe kan Tuin van Haarlem constructief meesturen op toekomstige ontwikkelingen die passen binnen de huidige cultuurhistorische waarde, landschappelijke identiteit en het karakter van het Westelijke Tuinbouwgebied?

Deelvragen met antwoord

  1. Wat zijn de omgevingskwaliteiten van het Westelijke Tuinbouwgebied?
    Het Westelijk Tuinbouwgebied beschikt over een rijke cultuurhistorie, kansen voor een klimaat- bestendig watersysteem en een sterk vertegenwoordigde tuinbouwsector. Helaas komen deze kwaliteiten in de huidige planologische samenstelling niet evenwichtig tot zijn recht. Geconcludeerd kan worden dat de economische kwaliteit, die zich uit via de tuinbouwsector, zich nadrukkelijk profileert waardoor de recreatieve- en natuurkwaliteit langzaam in waarde afnemen.
  2. Welke huidige en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen zijn relevant voor het WTG? Wat is de rol van de overheid hierin?.
    De overheid speelt in op het herstellen van de hoogwaardige landschappelijke structuur ter behoud van de biodiversiteit.
    Gemeenten en provincie willen gezamenlijk de toeristische en recreatieve functies versterken in het kader van de groeiende toeristische sector.
    De overheid wil behoud van een hoogwaardig woonmilieu waarbij rekening gehouden wordt met wensen van burgers.
  3. Hoe kunnen de relevante ontwikkelingen kansen bieden voor een toekomstbestendige inrichting van het gebied, conform de uitgangspunten van de Stichting? Welke reeds aanwezige mogelijkheden ziet de Stichting voor toekomstbestendige inrichting van het gebied?
  4. De zandbodem onder het Westelijk Tuinbouwgebied is door de aanwezigheid van slecht doorlaatbare veen- en kleilagen ideaal voor het opslaan van water, waardoor het gebied een sterke klimaat-bestendige functie krijgt.
  5. De aangewezen stukken NNN moeten volledig ontwikkeld worden tot natuurgebied.
  6. De historische samenhang tussen landgoed Elswout en het Westelijk Tuinbouwgebied kan worden hersteld waardoor de recreatieve beleving wordt vergroot.
  7. De recreatieve infrastructuur kan worden verbeterd door meer (toegangs-)wegen voor langzaam verkeer naar en binnen het gebied te realiseren.
  8. Door innovaties binnen de tuinbouwsector kunnen de bedrijven milieuvriendelijker en kleinschaliger te werk gaan.

Conclusie laatste onderzoek

Wij zijn blij dat het onderzoek de gemeente Haarlem en de Stichting ondersteunt in het behoud en met het accent op meer natuurontwikkeling in het gebied. Laten we dat stimuleren door van de Tuin van Haarlem een begrip te maken waar de politiek wel rekening mee moet houden